Rugklachten, tip 2
Nu je hebt ervaren hoe je bekken in elkaar zit gaan we bewegen.
Herhaal eerst les 1 een keer voor jezelf. Dus leg je handen onder je zitvlak en trek ze heel langzaam naar opzij eronder vandaan. Ervaar je zitvlak en zithouding.
Leg nu een hand op je buik, net onder je navel en de andere hand op je onderrug. Tussen je beide handen zit je buik én je rug, logisch! Ervaar dat je buik een voorkant EN een achterkant heeft. Ervaar ook dat je rug een achterkant, maar dus ook een voorkant heeft. En waar de ene eindigt, de ander begint. Wat heet nou buik en welk deel tussen je handen heet rug?Doet het ertoe hoe je het noemt? Nee, maar ga met je aandacht naar die overgang, naar binnen. Rug is niet alleen achter en buik niet alleen voor. Duik erin. DAT maakt wel verschil.

Voel dat je zit met je zitknobbels op de stoel. Weet dat je benen ernaast liggen. Beweeg nu je buik-rug gebied waar je handen omheen liggen naar voren en naar achteren. Zorg er wel voor dat de afstand tussen je handen hetzelfde blijft. Dus niet bijvoorbeeld je buik dikker maken… houdt de afstand gelijk. Ervaar dat je bekken beweegt tussen je benen in. Je benen staan min of meer stil en je buik-rug-bekken gebied beweegt er tussendoor. Laat het dan weer en ervaar hoe je zit.
Ga vervolgens staan. Hoe ervaar je nu de rug, buik en het bekkengebied. Loop dan eens rond en ervaar wat voor invloed het heeft op je bewegingen. Herhaal deze les voor jezelf een aantal keren per dag en ervaar de veranderingen die erdoor ontstaan. Schrijf ze voor jezelf op en noteer eventuele veranderingen in je rugklachten. Succes.